Difference between revisions of "File:Lenin trotski.jpg"

From TORI
Jump to: navigation, search
 
 
Line 1: Line 1:
  +
[[Leon Trotski]] and
  +
[[Vladimir Lenin]], 1917
  +
<ref>
  +
https://www.grenzeloos.org/content/lenin-en-trotski-tegen-de-bureaucratie-russische-revolutie-en-de-overgangsmaatschappij
  +
[[Eric Toussaint]]
  +
Lenin en Trotski tegen de bureaucratie. Russische Revolutie en de overgangsmaatschappij
  +
14 april 2017
  +
</ref>
  +
  +
Original filename:
  +
  +
https://www.grenzeloos.org/sites/default/files/field/image/lenin%20trotski.jpg
  +
  +
==Description==
  +
  +
https://www.grenzeloos.org/content/lenin-en-trotski-tegen-de-bureaucratie-russische-revolutie-en-de-overgangsmaatschappij
  +
[[Eric Toussaint]]
  +
Lenin en Trotski tegen de bureaucratie. Russische Revolutie en de overgangsmaatschappij
  +
14 april 2017
  +
  +
In dit jaar van de honderdste verjaardag van de Russische Revolutie kunnen we niet heen om de vraag naar de relatie tussen de revolutie en de maatschappij die daar uit voort kwam. Volgens vele beschouwingen in de reguliere pers is die relatie simpel. De oktober revolutie (die dan meestal als een staatsgreep wordt voorgesteld) leidde tot de Stalinistische dictatuur. Lenin = Stalin. In werkelijkheid voerde de twee belangrijkste leiders van de oktober revolutie: Lenin en Trotski een felle strijd tegen de bureaucratie in de Sovjet Unie en de politieke uitdrukking daarvan het Stalinisme. In deze tekst gaat Eric Toussaint uitvoerig in op deze strijd.
  +
  +
Inleidende opmerkingen
  +
  +
  +
  +
Ten eerste, de marxisten en het probleem van de overgangsmaatschappij tussen kapitalisme en socialisme: toen de bolsjewieken werden geconfronteerd met de opbouw van een arbeidersstaat vanaf de opstand van oktober 1917, hadden ze op dit gebied maar weinig theoretische achtergrond om zich op te baseren. Het was feitelijk de eerste historische en praktische ervaring op grote schaal van een poging om een socialistische samenleving op te bouwen.
  +
  +
Marxistische geschriften hebben de problemen van de overgang aangeraakt, geschriften van voor 1917: het zijn de geschriften van Marx en Engels, onder andere ‘Kritiek op het programma van Gotha en Erfurt’, en de lessen getrokken door Marx, Engels en later door Lenin uit de ervaring van de Commune van Parijs. Dit was de eerste historische ervaring van de dictatuur van het proletariaat, hoewel van korte duur en op een zeer beperkte geografische schaal, zeker niet te vergelijken met het tsaristische Rusland. Ten slotte is er een zeer belangrijk boek geschreven door Lenin zelf in het jaar 1917: ‘Staat en Revolutie’. Deze tekst ontwikkelt de analyses van Marx en stelt een methode voor politiek leiderschap voor van de overgangsmaatschappij, maar benadert het probleem niet vanuit economische invalshoek.
  +
  +
Tweede opmerking. Hoe zag men tot 1917 het probleem van de overgang tussen kapitalisme en socialisme, het probleem van de dictatuur van het proletariaat?
  +
  +
Dit werd door de marxisten van destijds en onder andere Lenin op driehoekige wijze benadert. Driehoekig in de zin dat hij drie essentiële klassen opvoerde: de burgerij, het industriële proletariaat en de boeren. Het kwam erop aan een bondgenootschap tot stand te brengen van het proletariaat en de boeren om de dictatuur van de burgerij omver te gooien. Dit bondgenootschap moest worden geleid door het proletariaat en gehandhaafd worden na de machtsovername als men zowel de overblijfselen van de oude orde wou bestrijden, als de aanvallen van de imperialistische burgerij weerstaan, als de taken van de democratische revolutie doorvoeren en de socialistische omvorming aanvatten.
  +
  +
Lenin heeft veel nagedacht over het probleem van het bondgenootschap tussen arbeiders en boeren. Het struikelblok in dat schema, is dat in werkelijkheid de opbouw van een overgangsmaatschappij zich niet op een driehoekige wijze stelt, maar op een vierhoekige. Aan de burgerij, het proletariaat en de boeren voegt zich een vierde speler toe: de bureaucratie. Noch Marx, noch Engels, noch Lenin, noch de andere bolsjewistische leiders onmiddellijk na de opstand van 1917, hebben het probleem van de bureaucratie als een sociale laag die een specifieke onafhankelijke rol van de drie andere grote krachten zou spelen, gesteld.
  +
  +
Toch is het probleem van iedere overgangsmaatschappij dat de arbeidersklasse in bondgenootschap met de boeren niet alleen eenvoudigweg de burgerij op internationale en nationale schaal moet bestrijden, maar tegelijk de bureaucratische vervormingen. En zodra die groeien, zal ze moeten vechten tegen de bureaucratische laag die zich zal kristalliseren. Voor de periode 1919-1923, zal u een reeks teksten van bolsjewistische leiders vinden die het bureaucratisme en de bureaucratie aan de kaak stellen. Maar wij vinden geen enkele analyse van de bureaucratie als een laag die, naarmate ze zich kristalliseert, een autonome rol kan spelen. Binnen de ‘trotskistische oppositie,’ moeten we wachten tot 1928 totdat een tekst geschreven zou worden die de bureaucratie vanuit die invalshoek analyseert. Het gaat over de vermaarde tekst van Christian Rakovski getiteld “de professionele gevaren van de macht.”
  +
  +
De eerste vijf jaar van de arbeiderssovjetstaat?
  +
  +
Vijf jaar na de revolutie, in 1922-1923, is er een grote reflectie over de bureaucratische problemen en hoe ze te bestrijden. Het is vooral de belangrijkste leider van de partij, Lenin, die de kwestie van de bureaucratische vervormingen systematisch aankaart en probeert een aantal specifieke oplossingen aan te reiken. De bureaucratie wordt ook aan de kaak gesteld door minderheidstendensen in de bolsjewistische partij, met inbegrip van de Arbeidersoppositie (vanaf 1920-1921) en de tendens van het Democratisch Centralisme.
  +
  +
Wat gebeurde er in de eerste vijf jaar van de arbeiderssovjetstaat? De nieuwe staat bevindt zich aan het hoofd van een land met een overweldigende meerderheid van boeren. Ten tijde van de revolutie zijn er slechts 3.000.000 industriearbeiders en vijf jaar later zijn ze met nog maar met ongeveer 1.200.000.
  +
  +
Wat de revolutie doet voor de meerderheid van boeren, is hen toegang verlenen tot grond; die wordt gegeven aan degenen hem bewerken. De boeren zijn dus niet georganiseerd in staatsboerderijen en coöperatieven. Ze bestaan voornamelijk uit 25 miljoen boerenfamilies die elk hun perceel bewerken. Er zijn weinig landarbeiders; de staatsboerderijen en coöperatieven zijn goed voor iets minder dan 2% van de landbouwgrond.
  +
  +
Tussen 1917 en 1922 gaat de economische politiek van de sovjets door drie fasen:
  +
  +
De eerste fase staat toe socialistische omvormingen te beginnen door “despotische” invallen van de dictatuur van het proletariaat op het gebied van privé-eigendom, om Marx te parafraseren. In de situatie van Rusland betekent dat de overdracht van grond aan de natie en zijn verdeling in vruchtgebruik aan hen die hem bewerken, de nationalisatie van het kredietwezen en de banken, de oprichting van het staatsmonopolie op de buitenlandse handel, de veralgemening van arbeiderscontrole … In een toespraak op het buitengewone congres van de sovjets van 4 december 1918 somt Lenin enkele van de genoemde maatregelen op en benadrukt hij expliciet hun socialistisch karakter: “Deze revolutie is socialistisch. De afschaffing van de particuliere eigendom van de grond, de invoering van arbeiderscontrole, de nationalisatie van de banken zijn alle maatregelen die leiden naar het socialisme. Het is nog niet het socialisme, maar het zijn maatregelen die ons er met reuzenstappen toe leiden. Wij beloven de boeren en arbeiders van vandaag op morgen geen land van overvloed, maar we zeggen: van het nauwe bondgenootschap van arbeiders en uitgebuite boeren leidt de besliste strijd voor de macht van de sovjets, zonder tegenspoed, ons naar het socialisme.” (Lenin, keuze uit de werken, deel 2, p. 508-509).
  +
  +
De radicale aard van de direct na de machtsovername genomen maatregelen impliceert niet dat de bolsjewieken welke illusies dan ook koesteren over de mogelijkheid om snel het socialisme in Rusland te vestigen. Zij geloven integendeel dat Rusland het socialisme slechts kan bereiken met de hulp van het proletariaat van de belangrijkste imperialistische machten van destijds, te beginnen met het Duitse proletariaat. Bovendien zijn de bolsjewieken van mening dat gedurende een overgangsfase het behoud van een grote private sector, met inbegrip van een kapitalistische in de industrie en de handel, noodzakelijk is. Maar dit vertrekschema zal in minder dan een jaar snel opgegeven worden omdat het imperialisme en de binnenlandse contrarevolutie in een versneld tempo een politiek van buitenlandse agressie en burgeroorlog opstarten. De voorwaarden opgelegd door Duitsland bij het sluiten van de vrede van Brest-Litovsk verzwakken de Sovjeteconomie enorm. [1]
  +
  +
Het Verdrag van Brest-Litovsk werd bekrachtigd tussen Duitsland en Sovjet-Rusland in maart 1918. Het is een afzonderlijke vrede tussen de twee landen, terwijl de oorlog verder gaat in de rest van Europa tot en met november 1918 . De prijs die de revolutie betaalde voor vrede, is het verlies van een derde van de Russische bevolking, een derde van de landbouwgrond, de helft van de industrie en 90% van de actieve koolmijnen. Oekraïne wordt aan Sovjet-Rusland onttrokken terwijl het 75% van de kolenproductie vertegenwoordigt, 2/3 van het ijzererts, 80% van de suiker, 75% van mangaan, 90% van het graan voor export, 2/3 van het zout.
  +
  +
In eigen land is er een systematische sabotage van de kant van de industriële burgerij. Onder andere waar de arbeiders de arbeiderscontrole invoeren, worden ze geconfronteerd met een lock-out door de fabriekseigenaars. Weet dat één van de eerste decreten van de Sovjetmacht, de algemene mogelijkheid van arbeiderscontrole voorziet. De patronale lock-out en de wens van de arbeiders om hun patroons te zien onteigenen, brengen de Sovjetleiding ertoe om de meeste fabrieken in juli 1918 te nationaliseren.
  +
  +
Onder druk van de imperialistische agressie en de binnenlandse contrarevolutie, beslist de bolsjewistische leiding om over te gaan tot oorlogscommunisme door alle economische inspanningen in de ondersteuning van de oorlog te investeren, dit met een economie die al in een catastrofale situatie verkeert door de verliezen als gevolg van het Verdrag van Brest-Litovsk. Om een voorbeeld te geven van wat dit betekende, in 1920 absorbeerde het Rode Leger 50% van de industriële productie, 60% van de suiker, 40% van de vetvoorziening, 90% van de mannenschoenen, 40% van de zeep, 100% van tabak.
  +
  +
Het zogenaamde oorlogscommunisme creëert illusies bij een deel van de bolsjewistische leiding. Aangezien de Sovjetmacht verplicht is heel de economie met ijzeren hand te leiden, kan ze niet anders dan de monetaire uitwisseling tussen de industrie en het platteland af te schaffen. Op het platteland wordt tot vordering van graan overgegaan om de steden en het leger te voeden. In de steden wordt de arbeidersklasse direct betaald in natura. Dit veroorzaakt bij een deel van de bolsjewistische leiding (Boecharin, Preobrazjenski) het idee dat men al aan het ontwikkelen is naar socialistische vormen van uitwisseling, aangezien geld bijna geëlimineerd is.
  +
  +
Maar het is uiteraard een vorm van socialisme van de armoede waar hongerrantsoenen verdeeld worden. Dit is absoluut niet draaglijk op de lange termijn. En zodra op militair vlak het Rode Leger erin slaagt om de contrarevolutie te overwinnen (eind 1920 – begin 21) begint onmiddellijk een debat in de bolsjewistische leiding om een ander schema van economische ontwikkeling aan te nemen. Het is niet meer nodig alle inspanningen te richten op de oorlog, men kan zich eindelijk toeleggen op de economische ontwikkeling, meer precies op het economisch herstel. Als men de productie van de grootindustrie van 1913 gelijkstelt aan 100, dan is die in 1920 teruggevallen op 18! Het komt er dus op aan stilaan de productie opnieuw op te drijven.
  +
  +
In navolging van Trotski stelt Lenin de Nieuwe Economische Politiek (NEP) voor, die in feite zegt: “Nu moeten we een stap achteruit zetten. De druk waaronder we de boeren met de opeisingen etc. gezet hebben, kan niet meer doorgaan. We moeten de boeren absoluut overtuigen om de productie op vrijwillige basis te verhogen. We schaffen de opeisingen af en vervangen ze door een belasting in natura. We laten de boer toe om het overschot van de landbouwproductie te verkopen en we herstellen private handel.” Het is een stap achteruit vergeleken bij de eerste jaren van de revolutie omdat de Sovjetmacht toegevingen doet aan kleine en middelgrote particuliere boeren en particuliere handel. Lenin zelf zegt dat het een zeer gevaarlijke dynamiek zal introduceren.
  +
  +
Een dynamiek van private economie, een dynamiek van herstel van private accumulatie die zich zou kunnen omvormen naar kapitalistische accumulatie binnen de overgangsmaatschappij. Maar deze stap achteruit, vervolgt hij, is absoluut noodzakelijk voor een tijdelijke periode. De tijd die nodig is om het bondgenootschap tussen de arbeidersklasse en de boeren te consolideren.
  +
  +
Dat zijn dus, vereenvoudigd samengevat, de drie stadia van economische politiek die elkaar hebben opgevolgd vanaf 1917.
  +
  +
In 1921-1922 kennen we een zeer bijzondere situatie voor een maatschappij die het socialisme wil opbouwen onder de leiding van de arbeidersklasse. Ze telt in werkelijkheid slechts 1,5 miljoen industriearbeiders, terwijl het leger bestaat uit 5,5 miljoen mensen (die net gedemobiliseerd zijn).
  +
  +
Het ambtenarenapparaat telt bijna 6 miljoen mensen en vergeet niet dat de boeren voornamelijk bestaan uit 25 miljoen families.
  +
  +
De volgende tabel toont de numerieke evolutie van de landbouwgezinnen en landarbeiders , industriearbeiders, het leger en het ambtenarenapparaat tussen 1917 en 1922:
  +
  +
  +
Industriearbeiders
  +
Leger
  +
Sovjetambtenaren
  +
boerengezinnen
  +
landarbeiders
  +
..
  +
  +
==References==
  +
<references/>
  +
  +
[[Category:Eric Toussaint]]
  +
[[Category:Grenzeloos]]
  +
[[Category:History]]
  +
[[Category:Leon Trotsky]]
  +
[[Category:Vladimir Lenin]]

Latest revision as of 21:20, 11 July 2020

Leon Trotski and Vladimir Lenin, 1917 [1]

Original filename:

https://www.grenzeloos.org/sites/default/files/field/image/lenin%20trotski.jpg

Description

https://www.grenzeloos.org/content/lenin-en-trotski-tegen-de-bureaucratie-russische-revolutie-en-de-overgangsmaatschappij Eric Toussaint Lenin en Trotski tegen de bureaucratie. Russische Revolutie en de overgangsmaatschappij 14 april 2017

In dit jaar van de honderdste verjaardag van de Russische Revolutie kunnen we niet heen om de vraag naar de relatie tussen de revolutie en de maatschappij die daar uit voort kwam. Volgens vele beschouwingen in de reguliere pers is die relatie simpel. De oktober revolutie (die dan meestal als een staatsgreep wordt voorgesteld) leidde tot de Stalinistische dictatuur. Lenin = Stalin. In werkelijkheid voerde de twee belangrijkste leiders van de oktober revolutie: Lenin en Trotski een felle strijd tegen de bureaucratie in de Sovjet Unie en de politieke uitdrukking daarvan het Stalinisme. In deze tekst gaat Eric Toussaint uitvoerig in op deze strijd.

Inleidende opmerkingen


Ten eerste, de marxisten en het probleem van de overgangsmaatschappij tussen kapitalisme en socialisme: toen de bolsjewieken werden geconfronteerd met de opbouw van een arbeidersstaat vanaf de opstand van oktober 1917, hadden ze op dit gebied maar weinig theoretische achtergrond om zich op te baseren. Het was feitelijk de eerste historische en praktische ervaring op grote schaal van een poging om een socialistische samenleving op te bouwen.

Marxistische geschriften hebben de problemen van de overgang aangeraakt, geschriften van voor 1917: het zijn de geschriften van Marx en Engels, onder andere ‘Kritiek op het programma van Gotha en Erfurt’, en de lessen getrokken door Marx, Engels en later door Lenin uit de ervaring van de Commune van Parijs. Dit was de eerste historische ervaring van de dictatuur van het proletariaat, hoewel van korte duur en op een zeer beperkte geografische schaal, zeker niet te vergelijken met het tsaristische Rusland. Ten slotte is er een zeer belangrijk boek geschreven door Lenin zelf in het jaar 1917: ‘Staat en Revolutie’. Deze tekst ontwikkelt de analyses van Marx en stelt een methode voor politiek leiderschap voor van de overgangsmaatschappij, maar benadert het probleem niet vanuit economische invalshoek.

Tweede opmerking. Hoe zag men tot 1917 het probleem van de overgang tussen kapitalisme en socialisme, het probleem van de dictatuur van het proletariaat?

Dit werd door de marxisten van destijds en onder andere Lenin op driehoekige wijze benadert. Driehoekig in de zin dat hij drie essentiële klassen opvoerde: de burgerij, het industriële proletariaat en de boeren. Het kwam erop aan een bondgenootschap tot stand te brengen van het proletariaat en de boeren om de dictatuur van de burgerij omver te gooien. Dit bondgenootschap moest worden geleid door het proletariaat en gehandhaafd worden na de machtsovername als men zowel de overblijfselen van de oude orde wou bestrijden, als de aanvallen van de imperialistische burgerij weerstaan, als de taken van de democratische revolutie doorvoeren en de socialistische omvorming aanvatten.

Lenin heeft veel nagedacht over het probleem van het bondgenootschap tussen arbeiders en boeren. Het struikelblok in dat schema, is dat in werkelijkheid de opbouw van een overgangsmaatschappij zich niet op een driehoekige wijze stelt, maar op een vierhoekige. Aan de burgerij, het proletariaat en de boeren voegt zich een vierde speler toe: de bureaucratie. Noch Marx, noch Engels, noch Lenin, noch de andere bolsjewistische leiders onmiddellijk na de opstand van 1917, hebben het probleem van de bureaucratie als een sociale laag die een specifieke onafhankelijke rol van de drie andere grote krachten zou spelen, gesteld.

Toch is het probleem van iedere overgangsmaatschappij dat de arbeidersklasse in bondgenootschap met de boeren niet alleen eenvoudigweg de burgerij op internationale en nationale schaal moet bestrijden, maar tegelijk de bureaucratische vervormingen. En zodra die groeien, zal ze moeten vechten tegen de bureaucratische laag die zich zal kristalliseren. Voor de periode 1919-1923, zal u een reeks teksten van bolsjewistische leiders vinden die het bureaucratisme en de bureaucratie aan de kaak stellen. Maar wij vinden geen enkele analyse van de bureaucratie als een laag die, naarmate ze zich kristalliseert, een autonome rol kan spelen. Binnen de ‘trotskistische oppositie,’ moeten we wachten tot 1928 totdat een tekst geschreven zou worden die de bureaucratie vanuit die invalshoek analyseert. Het gaat over de vermaarde tekst van Christian Rakovski getiteld “de professionele gevaren van de macht.”

De eerste vijf jaar van de arbeiderssovjetstaat?

Vijf jaar na de revolutie, in 1922-1923, is er een grote reflectie over de bureaucratische problemen en hoe ze te bestrijden. Het is vooral de belangrijkste leider van de partij, Lenin, die de kwestie van de bureaucratische vervormingen systematisch aankaart en probeert een aantal specifieke oplossingen aan te reiken. De bureaucratie wordt ook aan de kaak gesteld door minderheidstendensen in de bolsjewistische partij, met inbegrip van de Arbeidersoppositie (vanaf 1920-1921) en de tendens van het Democratisch Centralisme.

Wat gebeurde er in de eerste vijf jaar van de arbeiderssovjetstaat? De nieuwe staat bevindt zich aan het hoofd van een land met een overweldigende meerderheid van boeren. Ten tijde van de revolutie zijn er slechts 3.000.000 industriearbeiders en vijf jaar later zijn ze met nog maar met ongeveer 1.200.000.

Wat de revolutie doet voor de meerderheid van boeren, is hen toegang verlenen tot grond; die wordt gegeven aan degenen hem bewerken. De boeren zijn dus niet georganiseerd in staatsboerderijen en coöperatieven. Ze bestaan voornamelijk uit 25 miljoen boerenfamilies die elk hun perceel bewerken. Er zijn weinig landarbeiders; de staatsboerderijen en coöperatieven zijn goed voor iets minder dan 2% van de landbouwgrond.

Tussen 1917 en 1922 gaat de economische politiek van de sovjets door drie fasen:

De eerste fase staat toe socialistische omvormingen te beginnen door “despotische” invallen van de dictatuur van het proletariaat op het gebied van privé-eigendom, om Marx te parafraseren. In de situatie van Rusland betekent dat de overdracht van grond aan de natie en zijn verdeling in vruchtgebruik aan hen die hem bewerken, de nationalisatie van het kredietwezen en de banken, de oprichting van het staatsmonopolie op de buitenlandse handel, de veralgemening van arbeiderscontrole … In een toespraak op het buitengewone congres van de sovjets van 4 december 1918 somt Lenin enkele van de genoemde maatregelen op en benadrukt hij expliciet hun socialistisch karakter: “Deze revolutie is socialistisch. De afschaffing van de particuliere eigendom van de grond, de invoering van arbeiderscontrole, de nationalisatie van de banken zijn alle maatregelen die leiden naar het socialisme. Het is nog niet het socialisme, maar het zijn maatregelen die ons er met reuzenstappen toe leiden. Wij beloven de boeren en arbeiders van vandaag op morgen geen land van overvloed, maar we zeggen: van het nauwe bondgenootschap van arbeiders en uitgebuite boeren leidt de besliste strijd voor de macht van de sovjets, zonder tegenspoed, ons naar het socialisme.” (Lenin, keuze uit de werken, deel 2, p. 508-509).

De radicale aard van de direct na de machtsovername genomen maatregelen impliceert niet dat de bolsjewieken welke illusies dan ook koesteren over de mogelijkheid om snel het socialisme in Rusland te vestigen. Zij geloven integendeel dat Rusland het socialisme slechts kan bereiken met de hulp van het proletariaat van de belangrijkste imperialistische machten van destijds, te beginnen met het Duitse proletariaat. Bovendien zijn de bolsjewieken van mening dat gedurende een overgangsfase het behoud van een grote private sector, met inbegrip van een kapitalistische in de industrie en de handel, noodzakelijk is. Maar dit vertrekschema zal in minder dan een jaar snel opgegeven worden omdat het imperialisme en de binnenlandse contrarevolutie in een versneld tempo een politiek van buitenlandse agressie en burgeroorlog opstarten. De voorwaarden opgelegd door Duitsland bij het sluiten van de vrede van Brest-Litovsk verzwakken de Sovjeteconomie enorm. [1]

Het Verdrag van Brest-Litovsk werd bekrachtigd tussen Duitsland en Sovjet-Rusland in maart 1918. Het is een afzonderlijke vrede tussen de twee landen, terwijl de oorlog verder gaat in de rest van Europa tot en met november 1918 . De prijs die de revolutie betaalde voor vrede, is het verlies van een derde van de Russische bevolking, een derde van de landbouwgrond, de helft van de industrie en 90% van de actieve koolmijnen. Oekraïne wordt aan Sovjet-Rusland onttrokken terwijl het 75% van de kolenproductie vertegenwoordigt, 2/3 van het ijzererts, 80% van de suiker, 75% van mangaan, 90% van het graan voor export, 2/3 van het zout.

In eigen land is er een systematische sabotage van de kant van de industriële burgerij. Onder andere waar de arbeiders de arbeiderscontrole invoeren, worden ze geconfronteerd met een lock-out door de fabriekseigenaars. Weet dat één van de eerste decreten van de Sovjetmacht, de algemene mogelijkheid van arbeiderscontrole voorziet. De patronale lock-out en de wens van de arbeiders om hun patroons te zien onteigenen, brengen de Sovjetleiding ertoe om de meeste fabrieken in juli 1918 te nationaliseren.

Onder druk van de imperialistische agressie en de binnenlandse contrarevolutie, beslist de bolsjewistische leiding om over te gaan tot oorlogscommunisme door alle economische inspanningen in de ondersteuning van de oorlog te investeren, dit met een economie die al in een catastrofale situatie verkeert door de verliezen als gevolg van het Verdrag van Brest-Litovsk. Om een voorbeeld te geven van wat dit betekende, in 1920 absorbeerde het Rode Leger 50% van de industriële productie, 60% van de suiker, 40% van de vetvoorziening, 90% van de mannenschoenen, 40% van de zeep, 100% van tabak.

Het zogenaamde oorlogscommunisme creëert illusies bij een deel van de bolsjewistische leiding. Aangezien de Sovjetmacht verplicht is heel de economie met ijzeren hand te leiden, kan ze niet anders dan de monetaire uitwisseling tussen de industrie en het platteland af te schaffen. Op het platteland wordt tot vordering van graan overgegaan om de steden en het leger te voeden. In de steden wordt de arbeidersklasse direct betaald in natura. Dit veroorzaakt bij een deel van de bolsjewistische leiding (Boecharin, Preobrazjenski) het idee dat men al aan het ontwikkelen is naar socialistische vormen van uitwisseling, aangezien geld bijna geëlimineerd is.

Maar het is uiteraard een vorm van socialisme van de armoede waar hongerrantsoenen verdeeld worden. Dit is absoluut niet draaglijk op de lange termijn. En zodra op militair vlak het Rode Leger erin slaagt om de contrarevolutie te overwinnen (eind 1920 – begin 21) begint onmiddellijk een debat in de bolsjewistische leiding om een ander schema van economische ontwikkeling aan te nemen. Het is niet meer nodig alle inspanningen te richten op de oorlog, men kan zich eindelijk toeleggen op de economische ontwikkeling, meer precies op het economisch herstel. Als men de productie van de grootindustrie van 1913 gelijkstelt aan 100, dan is die in 1920 teruggevallen op 18! Het komt er dus op aan stilaan de productie opnieuw op te drijven.

In navolging van Trotski stelt Lenin de Nieuwe Economische Politiek (NEP) voor, die in feite zegt: “Nu moeten we een stap achteruit zetten. De druk waaronder we de boeren met de opeisingen etc. gezet hebben, kan niet meer doorgaan. We moeten de boeren absoluut overtuigen om de productie op vrijwillige basis te verhogen. We schaffen de opeisingen af en vervangen ze door een belasting in natura. We laten de boer toe om het overschot van de landbouwproductie te verkopen en we herstellen private handel.” Het is een stap achteruit vergeleken bij de eerste jaren van de revolutie omdat de Sovjetmacht toegevingen doet aan kleine en middelgrote particuliere boeren en particuliere handel. Lenin zelf zegt dat het een zeer gevaarlijke dynamiek zal introduceren.

Een dynamiek van private economie, een dynamiek van herstel van private accumulatie die zich zou kunnen omvormen naar kapitalistische accumulatie binnen de overgangsmaatschappij. Maar deze stap achteruit, vervolgt hij, is absoluut noodzakelijk voor een tijdelijke periode. De tijd die nodig is om het bondgenootschap tussen de arbeidersklasse en de boeren te consolideren.

Dat zijn dus, vereenvoudigd samengevat, de drie stadia van economische politiek die elkaar hebben opgevolgd vanaf 1917.

In 1921-1922 kennen we een zeer bijzondere situatie voor een maatschappij die het socialisme wil opbouwen onder de leiding van de arbeidersklasse. Ze telt in werkelijkheid slechts 1,5 miljoen industriearbeiders, terwijl het leger bestaat uit 5,5 miljoen mensen (die net gedemobiliseerd zijn).

Het ambtenarenapparaat telt bijna 6 miljoen mensen en vergeet niet dat de boeren voornamelijk bestaan uit 25 miljoen families.

De volgende tabel toont de numerieke evolutie van de landbouwgezinnen en landarbeiders , industriearbeiders, het leger en het ambtenarenapparaat tussen 1917 en 1922:


Industriearbeiders Leger Sovjetambtenaren boerengezinnen landarbeiders ..

References

  1. https://www.grenzeloos.org/content/lenin-en-trotski-tegen-de-bureaucratie-russische-revolutie-en-de-overgangsmaatschappij Eric Toussaint Lenin en Trotski tegen de bureaucratie. Russische Revolutie en de overgangsmaatschappij 14 april 2017

File history

Click on a date/time to view the file as it appeared at that time.

Date/TimeThumbnailDimensionsUserComment
current21:19, 11 July 2020Thumbnail for version as of 21:19, 11 July 2020190 × 257 (10 KB)T (talk | contribs)
  • You cannot overwrite this file.

The following page links to this file: